Rechter veroordeelt werkgever tot schadevergoeding na weigering beëindiging slapend dienstverband

Afgelopen vrijdag, op 21 februari 2020, heeft de Rechtbank Noord-Nederland een werkgever veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan een langdurig zieke werknemer nadat deze werkgever had geweigerd om het slapend dienstverband met deze werknemer te beëindigen onder toekenning van een transitievergoeding.

Achtergrond

Waar ging het in deze zaak om? Een werknemer komt tijdens een potje bedrijfsvoetbal in 2000 ten val. Hij loopt daarbij een scheur op in zijn bekken waaraan hij heupklachten heeft overgehouden. Eind 2010 valt hij als gevolg van die heupklachten uit en begin 2011 krijgt hij een heupprothese. De revalidatie na deze operatie verliep moeizaam. Uiteindelijk blijkt een nieuwe operatie noodzakelijk. Maar de werknemer herstelt niet meer volledig. In januari 2013 wordt een WIA-uitkering aan de werknemer toegekend.

Tot re-integratie komt het niet. Werkgever en werknemer verschillen van mening over de mogelijkheden. Pas in mei 2016 concludeert een externe deskundige dat de werknemer niet meer kan worden herplaatst en dat is voldaan aan de voorwaarden voor ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Maar de werkgever laat de arbeidsovereenkomst met de werknemer voortbestaan. Ook nadat de werknemer heeft gevraagd om het dienstverband te beëindigen. Waarom? Sinds 1 juli 2015 moet een werkgever een vergoeding aan een werknemer betalen in geval van ontslag, een zogenaamde transitievergoeding. Die vergoeding is bedoeld ter compensatie voor het baanverlies en ter bevordering van de inzetbaarheid van de werknemer. Door de arbeidsovereenkomst met de werknemer in stand te laten, hoeft de werkgever geen transitievergoeding te betalen. Hij hoeft ook geen loon meer te betalen. De loondoorbetalingsplicht is al geëindigd na 104 weken ziekte (in 2013 in dit geval).

Weigering om slapend dienstverband te beëindigen onder toekenning van een vergoeding is onrechtmatig

De werknemer heeft zich uiteindelijk gewend tot de rechtbank. Hij verzocht om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst en daarnaast om een schadevergoeding. Volgens de werknemer heeft de werkgever onrechtmatig jegens hem gehandeld door te weigeren om het dienstverband te beëindigen onder toekenning van een vergoeding. De werknemer baseert zich daarbij op recente regelgeving, namelijk de Wet Compensatie (zie ons eerdere bericht), en een recente uitspraak van de Hoge Raad. Die oordeelde op 8 november 2019 namelijk dat:

als norm van goed werkgeverschap in de zin van artikel 7:611 BW geldt dat een slapend dienstverband in beginsel behoort te worden beëindigd als de werknemer dat wenst en de werkgever geen redelijk belang heeft bij voortduring daarvan. Die norm brengt tevens mee dat in dat geval in beginsel door de werkgever aan de werknemer een vergoeding behoort te worden toegekend.

Met succes! Aan de werknemer is een schadevergoeding van € 51.955,00 bruto toegekend. Gelijk aan de hoogte van de transitievergoeding waar hij recht op zou hebben gehad als de arbeidsovereenkomst zou zijn beëindigd nadat in mei 2016 duidelijk werd dat de werknemer niet meer kon worden herplaatst. De Kantonrechter oordeelt dat de werkgever als goed werkgever op grond van de inmiddels ontwikkelde jurisprudentie had in moeten gaan op het voorstel van de werknemer om de arbeidsovereenkomst te beëindigen met toekenning van de wettelijke transitievergoeding.

De Kantonrechter passeert het verweer van de werkgever dat het hier een situatie van voor de invoering van de Wet Werk en Zekerheid betreft (en er dus geen transitievergoeding zou zijn verschuldigd). De Kantonrechter volgt de werknemer in de stelling dat er immers pas in 2016 zekerheid is gekomen over herplaatsing/re-integratie. Het verweer van de werkgever dat de werknemer een verkeerde procedure zou hebben gevoerd omdat een vordering op grond van 7:611 BW met een dagvaarding moet worden ingeleid, passeert de Kantonrechter eveneens.

Hiermee komt er meer duidelijkheid op de vraag of, en onder welke voorwaarden werkgevers verplicht zijn mee te werken aan de beëindiging van een slapend dienstverband.

Vragen of advies

Hebt u als werkgever of als werknemer te maken met een slapend dienstverband? Neem dan vooral contact met ons op voor advies en zo nodig juridische bijstand.

 

De volledige uitspraak kunt u hier lezen.