Belang van een ondernemingsraad

Medezeggenschapsraad

In veel ondernemingen bestaat een vorm van medezeggenschap. Wanneer er bij een ondernemer ten minste 50 personen werkzaam zijn, dan is het op grond van de Wet op de ondernemingsraden zelfs verplicht om een ondernemingsraad in het leven te roepen. Bij kleinere ondernemingen is er soms sprake van een personeelsvertegenwoordiging, dit kan veel tijd en geld besparen omdat hierdoor minder overleg nodig zal zijn met individuele werknemers over bijvoorbeeld arbeidstijden en/of arbeidsvoorwaarden.

In de Wet op de ondernemingsraden zijn de rechten en plichten van zowel de ondernemingsraad als de ondernemer geregeld. Hierin staat bij welke onderwerpen een ondernemingsraad adviesrecht heeft en wanneer een ondernemingsraad instemmingsrecht heeft.
De ondernemingsraad heeft adviesrecht wanneer een ondernemer de zeggenschap van de onderneming wil overdragen of een belangrijke uitbreiding van de werkzaamheden wil realiseren. Ook heeft de ondernemingsraad adviesrecht bij onder andere het benoemen of ontslaan van een bestuurder.
Instemmingsrecht heeft de ondernemingsraad bijvoorbeeld als de ondernemer een arbeidstijdenregeling, een vakantieregeling, een regeling op het gebied van de personeelsbeoordeling, arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim wil vaststellen/wijzigen/intrekken.

Betrekt de ondernemer de ondernemingsraad niet bij deze onderwerpen, dan kan de ondernemingsraad naar de Ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam stappen.

Vragen over dit onderwerp leven zowel bij de ondernemer als bij de ondernemingsraad.

Ontslagrecht

Met de komst van de Wet Werk en Zekerheid is het ontslagrecht niet eenvoudiger geworden. Het vereenvoudigen van het ontslagrecht was wel een van de doelen van de regering, maar in de praktijk ligt dit anders. Waar de werkgever voor 1 juli 2015 nog kon kiezen of hij een ontslagvergunning aanvroeg bij het UWV of aan de rechter vroeg om de arbeidsovereenkomst te beƫindigen, is vanaf 1 juli 2015 de weg die bewandeld moet worden afhankelijk van de ontslaggrond.

Er zijn limitatief opgesomde ontslaggronden in de wet vastgelegd. Bij bedrijfseconomische redenen of bij langdurige ziekte moet een werkgever naar het UWV, in tegenstelling tot de zogenoemde persoonlijke ontslaggronden (bijvoorbeeld disfunctioneren, ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, verstoorde arbeidsrelatie) waarbij de werkgever naar de rechter moet.
Er mogen wel meerdere ontslaggronden gebruikt worden maar dan is van belang dat iedere grond goed onderbouwd kan worden. In het vakjargon zegt men dan dat iedere ontslaggrond voldragen moet zijn. Het hebben van een dossier is veel meer noodzakelijk dan onder de oude situatie.

Heeft de arbeidsovereenkomst 24 maanden of langer geduurd, dan heeft de werknemer recht op de transitievergoeding. Hierop is alleen een uitzondering gemaakt als sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer. Een werknemer kan geen aanspraak maken op de transitievergoeding als het initiatief voor het einde van de arbeidsovereenkomst uitgaat van de werknemer.

De hoogte van de transitievergoeding is afhankelijk van de duur van de arbeidsverhouding, de leeftijd van de werknemer en natuurlijk van het salaris. De wet heeft de wijze van berekening beschreven. Nadat deze wet in het leven werd geroepen, zijn er al nieuwe besluiten verschenen waarin uitleg gegeven wordt over het de begrippen vaste en variabele beloning. Hiermee wordt namelijk rekening gehouden in de berekening en tegelijkertijd is het overgangsrecht gekomen. In een ander besluit wordt geregeld hoe ermee omgegaan moet worden als in een arbeidsovereenkomst of cao al een vertrekregeling is vastgelegd.

Onder bepaalde omstandigheden kan de werknemer naast de transitievergoeding ook recht hebben op een billijke vergoeding. De hoogte hiervan is niet in de wet vastgelegd en is afhankelijk van de rechter. Het UWV heeft niet de bevoegdheid om een billijke vergoeding toe te wijzen.

De wijze van procederen heeft sinds 1 juli 2015 veel stof doen opwaaien. Daarnaast is nu in meer arbeidszaken dan tot 1 juli 2015 het geval was de mogelijkheid van het instellen van hoger beroep gekomen.