Tijdelijk woonruimte (ver)huren vanaf 1 juli 2016 mogelijk

Als huurders een tijdelijk verhuurde woonruimte niet wilden verlaten was er meestal onbegrip bij verhuurders. Er was toch afgesproken dat de woonruimte maar tijdelijk zou worden verhuurd? Toch stonden huurders vaak in hun recht als zij weigerden de woning te verlaten. Uitgangspunt van de wetgever was namelijk dat een huurovereenkomst voor woonruimte voor onbepaalde tijd was. In slechts beperkte gevallen kon woonruimte tijdelijk worden verhuurd. Van de dwingend rechtelijke bepalingen in de wet kon immers niet worden afgeweken. Op een vermelding in de huurovereenkomst dat sprake was van tijdelijke verhuur kon dan ook geen beroep op worden gedaan.

Sinds 1 juli 2016 is het gemakkelijker geworden woonruimte tijdelijk te verhuren. Maar pas op! Uitgangspunt is nog steeds dan een huurovereenkomst voor woonruimte voor onbepaalde tijd is. Als bijvoorbeeld de gemaakte afspraken niet goed worden vastgelegd of de huurder niet goed wordt geïnformeerd, dan is er al snel toch sprake van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Voor 1 juli 2016 was het slechts mogelijk tijdelijk te verhuren wanneer er sprake was van huur die naar zijn aard van korte duur was (bijvoorbeeld een vakantiewoning), of op basis van de Leegstandswet. Ook was het mogelijk aan speciale doelgroepen (ouderen, gehandicapten of studenten) tijdelijk te verhuren of een woning tijdelijk aan één ‘tussenhuurder’ te verhuren bij tijdelijke afwezigheid van de eigenaar of huurder. Dit kan nog steeds. De mogelijkheden hiervoor zijn zelfs uitgebreid. Zo is het voor meer doelgroepen mogelijk tijdelijk te verhuren en kunnen ook te koop staande huurwoningen op grond van de Leegstandswet tijdelijk worden verhuurd. Bij afwezigheid van een eigenaar of huurder kan nu een tijdelijke huurovereenkomsten worden aangeboden aan steeds verschillende opvolgende ‘tussenhuurders’.

Vanaf 1 juli 2016 is er ook in het algemeen de mogelijkheid om woonruimte tijdelijk te verhuren. Voor onzelfstandige woonruimte maximaal 5 jaar en voor zelfstandige woonruimte maximaal 2 jaar.

Het is niet nodig tijdelijke huurovereenkomsten voor woonruimte op te zeggen als die na 1 juli 2016 zijn aangegaan voor 5 jaar (onzelfstandige woonruimte), 2 jaar (zelfstandige woonruimte) of voor een kortere periode. De verhuurder moet wel alert blijven. Er is namelijk sprake van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd als de verhuurder niet tijdig waarschuwt dat de huurovereenkomst bijna afloopt. Hij doet dit uiterlijk 1 maand, maar niet eerder dan 3 maanden, voor het aflopen van de huurovereenkomst. Wordt de huurder te laat of te vroeg geïnformeerd? Dan wordt de tijdelijke huurovereenkomst alsnog omgezet in een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Er kan niet een reeks aan tijdelijke huurovereenkomsten worden aangeboden. Een tijdelijke huurovereenkomst kan maar eenmaal worden aangegaan. Een verlenging betekent dat de overeenkomst wordt omgezet in een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd.

De huurder kan een tijdelijke huurovereenkomst tussentijds opzeggen, zodat hij tijdig andere woonruimte kan vinden en gemakkelijker kan doorstromen naar een andere woning. De verhuurder heeft niet de mogelijkheid om tussentijds op te zeggen.

Het blijft dus opletten! Ben je verhuurder en van plan een (tijdelijke) huurovereenkomst aan te gaan? Laat dan de huurovereenkomst beoordelen of opstellen door een advocaat van Stad Advocaten. Wij wijzen je op de mogelijkheden en risico’s. Ben je huurder en is de verhuurder van mening dat de huurovereenkomst is geëindigd? Neem ook dan contact op met Stad Advocaten. Wellicht is de huurovereenkomst niet correct opgesteld en is er toch sprake van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd.