Twee en een half jaar nadat de Wet Doorstroming Huurmarkt 2015 in werking is getreden zijn er nog steeds onduidelijkheden bij verhuurders over de werking en de voor- en de nadelen ervan.
Sinds 1 juli 2016 is artikel 7:271 lid 1 BW gewijzigd en is het mogelijk om voor woonruimte kortdurende huurovereenkomst voor bepaalde tijd af te sluiten. Het gaat dan om huurovereenkomst voor maximaal twee jaar (in geval van zelfstandige woonruimte). In de huurovereenkomst moet worden opgenomen hoe lang de huurovereenkomst maximaal duurt.
Als een verhuurder in de huurovereenkomst vermeldt dat de huurovereenkomst maximaal 1,5 jaar duurt, dan eindigt de huurovereenkomst zonder opzegging, gewoon door het verstrijken van de tijd. De verhuurder hoeft de huurder alleen maar uiterlijk één maand voor afloop van de termijn schriftelijk te informeren. Consequentie is wel dat indien de verhuurder te laat of juist te vroeg (maximaal drie maanden voordat de huurovereenkomst eindigt) informeert, de huurovereenkomst doorloopt voor onbepaalde tijd. De huurder heeft vanaf dat moment weer volledige huurbescherming en beëindiging is alleen nog mogelijk op specifiek in de wet benoemde gronden.
De voor- en nadelen
De verhuurder heeft met de wijziging van het artikel het voordeel dat er geen huurbescherming geldt en dus relatief snel van (vervelende) huurders af kan komen. Nadelen zijn er ook; zo mag de huurder de huurovereenkomst altijd tussentijds opzeggen, de huurder is dus niet gebonden aan de duur van de huurovereenkomst. Een ander nadeel is dat de verhuurder niet telkens opnieuw een huurovereenkomst voor twee jaar of korter mag aanbieden. De tweede huurovereenkomst voor bepaalde tijd geldt dan als aangegaan voor onbepaalde tijd. Dit is ook het geval wanneer de huurder na de overeengekomen maximale termijn in de woning blijft zitten.
De uitzonderingen
Er geldt een belangrijke uitzondering voor woningcorporaties (de zogenaamde toegelaten instellingen). Voor hen is het verboden om huurovereenkomsten voor bepaalde tijd van maximaal twee jaar te sluiten voor hun sociale huurwoningen. Het kabinet heeft dat namelijk niet wenselijk geacht. Op het verbod gelden voor specifieke groepen wel weer een aantal uitzonderingen.
Bent u verhuurder en heeft u vragen over de met uw huurder(s) afgesloten huurovereenkomsten, bent u een woningcorporatie en heeft u vragen over voor welke specifieke groepen de uitzondering geldt of denkt u tot een specifieke groep te behoren, neem dan vrijblijvend contact met ons kantoor op. Wij kijken graag met u mee.