Stelt u zich voor. U heeft last van een ziekte of lichamelijk ongemak. Hierdoor bent u niet in staat om nog zoveel en zo lang te werken als dat u gewend bent en zou willen. Gelukkig bestaat er dan een recht op een uitkering. Toch? Het UWV denkt daar maar al te vaak anders over. Ten onrechte. De schuldige? Met regelmaat is dat de functionele mogelijkhedenlijst (FML). Dat is de checklist die de verzekeringsarts van het UWV gebruikt bij de beoordeling van uw arbeidsgeschiktheid.
Als u ziekt bent kunt u aanspraak maken op een uitkering. Dit kan een Ziektewet-, WIA- of WAJONG-uitkering zijn. Alledrie die uitkeringen zijn bedoeld om inkomensverlies op te vangen als u door ziekte niet in staat bent om te werken. Welke van de uitkeringen u recht op hebt hangt af van bijvoorbeeld uw leeftijd en hoe erg en hoe lang u ziek bent. Als u een van die uitkeringen aanvraagt zult u opgeroepen worden door de verzekeringsarts van het UWV. Die gaat beoordelen of er sprake is van arbeidsongeschikt. Ook onderzoekt de verzekeringsarts of de ongeschiktheid tijdelijk is of blijvend en hoe erg u arbeidsongeschikt bent. Kunt u nog werken of helemaal niet meer? Afhankelijk van de antwoorden daarop wordt door het UWV vastgesteld of u een uitkering kunt krijgen. Ook wordt op basis daarvan de de hoogte van de uitkering vastgesteld.
Hoe werkt de Functionele mogelijkhedenlijst?
Het gaat bij de beoordeling door de verzekeringsarts anders dan bij een normale arts, zoals uw huisarts. De verzekeringsarts van het UWV zal tijdens de beoordeling namelijk veelal naar een vel papier kijken dat hij in zijn hand houdt. Dat is de Functionele mogelijkhedenlijst: een lange checklist die de verzekeringsarts gebruikt om te kijken hoe arbeidsongeschikt u bent. Door middel van het invullen van de getallen 0 tot en met 5 – waar 0 staat voor een volledig gezond en 5 voor volledig beperkt – wordt een score bijgehouden voor de gebieden:
- persoonlijk functioneren
- sociaal functioneren
- aanpassing aan fysieke omgevingseisen
- dynamische handelingen
- statische handelingen
- werktijden
Hoe goed is bijvoorbeeld uw geheugen en concentratievermogen (persoonlijk functioneren)? Hoe gaat u om met conflictsituaties (sociaal functioneren) en kunt u in de buitenlucht werken en bij kou (aanpassing aan fysieke omgevingseisen)? Ook kijkt de verzekeringsarts of er andere beperkingen zijn, zoals met bukken en veel lopen (dynamische handelingen), langere tijd staan of zitten (statische handelingen) en veel uren op een dag en veel dagen achter elkaar werken (werktijden). Al deze gebieden zijn van invloed op hoeveel u nog kunt werken en dus of u arbeidsongeschikt bent.
Geen oog voor bijzonderheden
Ondanks dat het een handig hulpmiddel kan zijn om de arbeidsongeschiktheid vast te stellen maken wij in procedures veelal bezwaar tegen het gebruik van de Functionele mogelijkhedenlijst. Het UWV gaat namelijk maar al te vaak alleen op de Functionele mogelijkhedenlijst af en luistert dan niet goed naar de bijzonderheden van diegene die de uitkering aanvraagt. Door de checklist kijkt de verzekeringsarts niet meer volledig naar u als persoon doordat hij of zij zich teveel laat leiden door de papieren werkelijkheid van de checklist. Alsof uw situatie een op een gevangen wordt daarmee. Ieder geval verschilt en daar zal oog voor moeten zijn. Het UWV denkt echter dat als de checklist goed is ingevuld dat daar dan wel uitrolt wat iemand nog kan. De werkelijkheid is vaak een stuk minder simpel dan het UWV doet laten lijken.
De vragen in de Functionele mogelijkhedenlijst zijn opgesteld voor algemene gevallen. Het komt daardoor nogal eens voor dat er onvoldoende rekening wordt gehouden met de concrete situatie. Als u bijvoorbeeld wel in staat bent om op 1 dag 8 uur te werken maar niet om dit meerdere dagen in de week te doen, dan bestaat daar geen vraag voor in de Functionele mogelijkhedenlijst en kan het UWV daarom zeggen dat u desondanks volledig geschikt bent om te werken. Dit terwijl u maar 1 dag kunt werken. Ook kan het zijn dat u verschillende klachten heeft die gezamenlijk maken dat u nog maar beperkte werkzaamheden kunt uitvoeren. Dat kan ook niet goed worden beoordeeld met alleen de Functionele mogelijkhedenlijst.
Wat nu?
Voor onze cliƫnten gaan wij regelmatig in bezwaar en beroep tegen het niet-kritische gebruik door het UWV van de Functionele mogelijkhedenlijst. Er bestaat bijvoorbeeld de mogelijkheid voor een second opinion door een gespecialiseerde arts. Die kan onderzoek doen naar u en uw beperkingen en een op de maat gesneden en eerlijk advies geven over uw geschiktheid om te kunnen werken. Het kan zijn dat in de second opinion naar voren komt dat de arts vindt dat u volledig arbeidsgeschikt bent. Dat zou teleurstellend kunnen zijn maar dan is er ten minste wel serieus naar u gekeken. Vindt de gespecialiseerde arts dat u wel arbeidsongeschikt bent? Dan hebben wij een sterke zaak en gaan we ons best doen om toch de uitkering te krijgen waar u recht op hebt.
Heeft u vragen hierover of wilt u advies over de afwijzing van een ziektewet-, WIA- of WAJONG-uitkering, neem dan gerust contact met ons op!